Transactionele analyse is een theorie om gedrag van mensen in communicatie te bekijken en te verbeteren. De theorie is ontwikkeld door Eric Berne in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De theorie gaat er vanuit dat de overtuigingen die je opdoet in je kindertijd, bepalend zijn voor de besluiten die je verderop in je leven neemt. Als je als jongetje bijvoorbeeld regelmatig hoort dat ‘mannen niet huilen’, maakt dat wellicht dat je als volwassene je emoties niet snel laat zien.
Er zijn onschuldige overtuigingen, maar ook schadelijke, waardoor je vastloopt in je leven of in relatie met anderen. Door met behulp van transactionele analyse naar situaties te kijken, kun je ontrafelen welke overtuigingen een rol en daar mogelijk positieve verandering in brengen.
Volgens Berne ervaren we de wereld om ons heen vanuit drie rollen, die per situatie wisselen. In communicatie kenmerken deze rollen zich als volgt:
In communicatie met anderen spelen deze drie rollen altijd mee, ook al zijn we ons daar meestal niet van bewust. Je reageert vaak zonder na te denken op iets wat een ander zegt of doet. De transactionele analyse gaat er echter vanuit dat je altijd de mogelijkheid hebt om te kiezen voor de positie van waaruit je op de ander wilt reageren. Als je als leidinggevende bijvoorbeeld merkt dat je in een starre welles-nietes-discussie terecht bent gekomen met een medewerker, neem dan eens een stap naar achter en leg de situatie langs de drie rollen. Je zult zien dat jullie beide vanuit de kindrol acteren en zo geen stap verder komen. Verplaats je jezelf vervolgens naar de rol van volwassene, dan kun je verandering teweeg brengen.
Op het moment waarop alle gesprekspartners in de negatieve kant van een rol terecht zijn gekomen, spreken we van de dramadriehoek. Deze negatieve kanten voeden elkaar, houden elkaar in stand en leiden tot een impasse. De situatie kan alleen gekeerd worden als een van de deelnemers aan het gesprek uit die rol breekt. In dit artikel lees je hoe de dramadriehoek ontstaat en wat je kunt doen om eruit te blijven (of te komen).
Niet alleen jij hebt deze stijlen in je, ook de medewerker waarmee je een gesprek voert. Herken je in welke rol je gesprekspartner zit? Dan kun je je eigen communicatie hierop aanpassen. Zo voorkom je dat een gesprek vastloopt of uitdraait op een discussie in plaats van een dialoog. En datzelfde geldt natuurlijk voor jezelf. Als je inzicht hebt in je eigen valkuilen, en je kunt je gedrag hierop aanpassen, kun je beter communiceren.
Zit je medewerker in de kindrol? Dan is de kans groot dat jij de ouderrol op je neemt in het gesprek. Dit geldt ook andersom, stel jij je op als ouder, dan schiet een medewerker daardoor misschien juist in de kindrol. Dit hoeft geen probleem te zijn – het helpt als jullie beiden de positieve kant van de rol pakken – maar het is goed om je er bewust van te zijn. Hoe bewuster je je bent van een patroon, hoe makkelijker het immers te doorbreken is. In deze factsheet lees je voorbeelden van gesprekken waarin de drie rollen worden gebruikt.