De vitaliteit van jezelf en je medewerkers, wat kun je er mee als leidinggevende?

Vitaliteit is inmiddels een aardig containerbegrip, dat te pas en te onpas wordt gebruikt. Even terug naar de oorsprong en de definities dus, om verwarring te voorkomen. Van oorsprong is vitaliteit afgeleid van het Latijnse woord 'vitae', wat leven betekent. Volgens Van Dale betekent vitaal dan ook ‘voor het leven van groot belang’ en is een vitaal persoon krachtig en energiek.

De invloed van vitaliteit op inzetbaarheid laat zich raden. Iemand die lekker in zijn vel zit, van energie bruist en de kracht heeft om tegenslag het hoofd te bieden, zal zich niet snel ziekmelden. En stel je eens voor dat je een team hebt vol met dit soort mensen, dan is toch geen uitdaging te groot? Uit diverse onderzoeken blijkt ook echt dat vitale medewerkers een positief effect hebben op klanten en collega’s, werk van goede kwaliteit leveren en binding hebben met de organisatie. Afgezien van het feit dat het fijn is als iemand het naar zijn zin heeft in het leven, levert vitaliteit dus op allerlei vlakken voordeel op.

Investeren in vitaliteit loont dus de moeite, maar hoe doe je dat?
Goed om te weten is dat vitaliteit vier dimensies heeft, die met elkaar in balans moeten zijn:

• lichaam (voldoende beweging, verantwoorde voeding, genoeg slaap)
• geest (persoonlijke groei en ontwikkeling),
• sociaal-emotioneel (goede relaties en samenwerking)
• zingeving (betekenisvol en nuttig bezig zijn).

Als leidinggevende heb je niet op iedere dimensie evenveel invloed. Uiteindelijk is en blijft de medewerker degene die actie moet ondernemen als er iets veranderd moet worden. Uiteraard kun je wel inspireren en motiveren. En natuurlijk het goede voorbeeld geven. Bordjes ophangen dat traplopen beter is dan de lift pakken is een mooi begin. Maar zélf dan ook echt de trap nemen als je naar een andere verdieping moet is natuurlijk wel het beste.